Documentairemaker Donna van West (28) studeerde aan de Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze ging houden van de stad. Maar het is niet de enige plek die haar hart veroverde. Twee jaar woonde en werkte ze in Paramaribo, Suriname: “Een paar jaar geleden kreeg ik interesse in mijn Surinaamse achtergrond. Er is vrij weinig bekend daarover en niemand in mijn nabije familie kon me iets vertellen. Nadat ik was afgestudeerd besloot ik in 2015 te verhuizen naar Suriname om het zelf te gaan ontdekken. Dat was leuk en niet leuk tegelijkertijd, zoals het echte leven. Ik leefde daar gewoon dus ook daar had ik mijn ups en downs. Als ik dat deelde met vrienden en familie in Nederland zeiden mensen wel eens: “Als het niet goed met je gaat, kom dan gewoon naar huis toe!” Ik dacht dan: maar dit is toch nu mijn thuis?”
“Ik maak korte docu’s en heb 1000 ideeën in mijn telefoon voor documentaires. Met driekwart doe ik niets.”
Ze ontdekte wat ze echt leuk vond: “Verhalen vertellen via beeld. Het is een kweekvijver geweest van leren, ontdekken, fouten maken en weer opstaan. Die ruimte was er ook in Suriname. In Nederland letten we heel erg op elkaar. Hoe doe je iets, wanneer doe je het? Doe je het wel goed? Ik maak korte docu’s en heb 1000 ideeën in mijn telefoon voor documentaires. Met driekwart doe ik niets. Of ik begin en maak het niet af. Hoort er bij. Slechts enkele ideeën en hun uitwerking halen uiteindelijk de publiciteit."
Één van die ideeën is een docu over dat ze richting de 30 gaat: “Het houdt me bezig. Wat houdt het in als je richting de 30 gaat? Wat moet je zogenaamd dan allemaal doen? Het is nu ook zo dat mijn omgeving langzaam begint met trouwen, huizen kopen en kinderen krijgen, maar ik voel het nog meer vanuit de maatschappij. Ik had mezelf op een andere plek gezien als ik 30 zou zijn. Volwassener of met meer bezit. Een goed huis, een man in mijn leven. Weet ik veel, dat ik misschien al aan kinderen zou willen beginnen.”
Lachend: “Niets daarvan ligt voor mij in de nabije toekomst. Gelukkig voel ik me prettig in de situatie waar ik nu in zit. De dertigers in mijn omgeving zijn allemaal heel verschillend. Sommigen zijn wel bezig met kinderen, huizen of manager zijn bij een goed betalend bedrijf. En anderen zijn net als ik. Het voelt niet alsof ik ‘het’ niet voor elkaar heb, maar toch ben ik er wel heel erg mee bezig, snap je?”
Ik vraag Donna of ze het een gemis vindt. Na een korte stilte: “Soms wel. Ik denk dat het over een paar jaar pas echt confronterend zou voelen, nu niet.”
“Als kind had ik niet zo door wat juist mijn moeder allemaal voor mij deed en liet.”
Terug naar de persoonlijke ontdekkingstocht: “Ik ontdekte dat ik me heel makkelijk kan aanpassen aan een andere omgeving of levensstijl. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik heel jong was. Ik kwam in twee huizen en ben ook heel veel verhuisd als kind. Het reizen en altijd onderweg zijn heb ik me toen al wel eigen gemaakt. Mijn vader is heel anders dan mijn moeder dus aanpassen heb ik jong geleerd.”
Haar ouders wisten het vroeger goed te regelen samen: “Ik ken ze niet anders dan dat ze uit elkaar zijn maar ik heb nooit last gehad van ruzies bijvoorbeeld. Ik kreeg er 16 jaar lang, en eigenlijk nog steeds, een super leuke stiefmoeder bij. Mijn halfbroertje is inmiddels 17 en we zijn heel close. Ik keek altijd best wel op tegen mijn vader. Hij is een lange man, loopt altijd in pak voor zijn werk, heeft een goede carrière en mensen draaien zich altijd om als hij ergens binnenkomt. Als kind had ik niet zo door dat vooral mijn moeder allemaal dingen voor mij deed en liet. Ze heeft haar carrière op een lager pitje gezet en gezorgd dat ze zoveel mogelijk voor mij thuis kon zijn. Ze moest altijd schipperen met werktijden. Ik heb daardoor echt super veel respect voor haar. Tot mijn 11e ben ik grotendeels alleen met haar thuis geweest dus we zijn toen al dikke maatjes geworden. Uiteindelijk vond zij ook weer het geluk in de liefde, inmiddels al weer 17 jaar geleden. Mijn ouders hebben het samen heel krachtig gedaan en nog steeds wanneer ze elkaar zien, is het gezellig.”
“Op mijn 28ste voel ik nu voor het eerst dat ik echt een fijne thuisbasis heb.”
Donna kwam er achter dat ze meer gelijkenissen voelde met de Surinaamse cultuur dan ze zelf op voorhand dacht: “Ik herkende mijzelf in dingen daar. Heel relaxt zijn bijvoorbeeld. Mijn ex-stiefmoeder heeft wel eens tegen mij gezegd dat zij me ‘koud’ vond praten over de Nederlandse cultuur. Alsof het me niet veel deed. Toen ze foto’s zag van mij in Suriname, werd ze emotioneel. Ze zag dat ik ‘daar hoorde’ en me thuis voelde. Maar de laatste keer dat ik in Suriname was, begin 2020, merkte ik dat ik na een tijdje weer naar huis wilde. En thuis was Den Haag. Op mijn 28ste voel ik nu voor het eerst dat ik echt een fijne thuisbasis heb. Het is niet perse positief dat ik dat eerder nooit zo heb ervaren en schrok er wel even van. Maar ben blij dat ik dat nu wel heb.”
Op dit moment werkt ze aan een documentaire over haar Surinaamse roots: “Alles wat ik in de eerste 1,5 jaar in Suriname gedaan heb om mijn roots te ontdekken, mislukte. Ik nam contact op met de enige oudtante die daar nog woont en zij wilde niet praten over familie dingen. Mijn vader kwam op bezoek in Suriname en daar wilde ik hem graag interviewen. Dat zag hij niet zitten omdat hij het te confronterend vond. Uiteindelijk stemde hij op de allerlaatste dag van zijn verblijf, twee uur voor vertrek, toch in. Onvoorbereid heb ik heel snel alles klaargezet, camera aan, interview van 20 minuten. En toen bleek dat de SD kaart van mijn camera vol zat. Het enige dat opgenomen is, zijn de beelden waarin ik nog aan het scherpstellen ben. Ook lukte het niet om aan familiedocumenten te komen want ik had de juiste papieren niet en ik kende niemand achter de balie van het CBB. Dan kom je dus nergens aan. Pas toen ik iemand leerde kennen, die iemand kende bij het CBB was alles ineens binnen een dag gefixt. Had ik 1,5 jaar over gedaan.”
“Het Surinaamse deel van het verhaal heb ik nu aardig in beeld.”
In de laatst weken van haar verblijf kon Donna er daardoor toch nog vol induiken. Zelf was ik (Lotte) daarvan (achter de camera) getuige toen we samen een hele dag naar Albina zijn gereisd: “Dat was super bijzonder. Dag in dag uit waren wij samen omdat we samen werkten. We wisten praktisch alles van elkaar. Dat jij meeging was super leuk. We wilden gaan kijken en rondvragen of iemand Eduard (Eddie) van West kende. Zonder verwachtingen eigenlijk. Maar al snel bleek dat veel mensen hem kende. Binnen een paar uur zaten we bij oud-collega’s. Super cool! Ik realiseerde me hoe klein Suriname is. Mijn opa is namelijk al 25 jaar dood en toch was er zo vlot herkenning. Ik ben blij dat ik daar ook positieve geluiden heb gehoord over hem. Dat stond haaks op al het negatieve dat ik vanuit de familie over hem te horen heb gekregen.”
Af en aan werkt ze voorlopig aan deze documentaire, tegelijk met andere projecten: “Omdat het een persoonlijk project is, merk ik dat het best confronterend is. Ook de gesprekken met mijn vader. Het Surinaamse deel van het verhaal heb ik nu aardig in beeld. Nu wil ik duiken in het Nederlandse stuk van ons familieverhaal. Ja, ik ga daarin graag mijn eigen gang. Zelf de verhalen kiezen die ik via documentaires wil vertellen, op mijn eigen manier werken. Dat houdt in dat ik graag meerdere projecten door elkaar heb lopen, ik hou van die afwisseling.”
"Ik wil er heel graag aan bijdragen maar voel me soms ook tegengehouden omdat ik vooral wit ben.”
Daarnaast staan er een aantal andere onderwerpen hoog op haar lijstje: “Een documentaire over volwassen worden is in de maak. Ook komen er binnenkort korte video’s op social media waarbij ik mijn vrienden vragen ga stellen over hun bijna-30-leven. Je gaat dan dus zien dat bijna iedereen dingen anders, of juist hetzelfde, ervaart. Daarnaast heb ik al jaren interesse in het onderwerp racisme en discriminatie. Ik wilde hier al heel lang aandacht aan besteden en ben bezig een weg te vinden in hoe ik daar een betekenis aan kan geven. Door alle recente protesten is nu dé tijd aangebroken om me daarover meer uit te spreken. In Suriname heb ik ervaren dat het niet prettig is hoe er gekeken wordt naar mij als vrij wit persoon. Je voelt de ongelijkheid en dat heeft alles met mijn eigen ongemak rondom white privilege te maken.”
De betrokkenheid van Donna bij de hele discussie rondom zwart en wit komt niet uit de lucht vallen: “Ik ben deels afkomstig van de Creolen, de Afrikanen. Ik wil er heel graag aan bijdragen maar voel me soms ook tegengehouden omdat ik vooral wit ben. Als je mij ziet, lijk ik gewoon een Nederlands meisje met donkere krullen. Door mijn docu’s wil ik meer inzicht geven in wat er speelt. Een van mijn witte vriendinnen zei laatst letterlijk tegen mij dat ze nooit door heeft gehad wat er speelt en dat ze door onze gesprekken zich bewust is geworden hiervan. Precies om die reden wil ik door mijn eigen ongemak heen. Ik luister, kijk, vraag en leer. Het gaat niet om mij maar gebruik graag mijn docu’s om toch positieve invloed uit te oefenen bij witte mensen. Al is het er maar 1 die er over gaat nadenken, dan is het de moeite waard.”